Ons commentaar
Borremans wordt omschreven als de grootste belgische kunstenaar. Er zal wel wat expo-marketing achter deze noemer schuilen, maar als ik de massas volk zag aanschuiven lijkt het overduidelijk dat dit dé – of één van – toptentoonstelling(-en) van het jaar wordt, zeker in combinatie met Zurbaran.
Borremans kan schilderen en heeft de lessen van de grote klassiekers geleerd ! Van Rubens leerde hij hoe een klein wit stipje – op de juiste plaats – een heel schilderij kan doen opveren. Bij Caravagio hoe met licht-dramatiek om te gaan, bij Velasquez hoe te ensceneren en als fotograaf hoe met beeldscherpte om te gaan.
Bij Borremans is niets eenduidig : het beeld is subversief, niets is wat het lijkt, alles is dubbelzinnig. Het is de kijker die zich moet investeren en zich het beeld eigen maken. Gewoon voorbijlopen zoals ik er zovelen heb gezien leidt tot niets. Hier past een citaat van Duchamp : Ce que l’artiste a réalisé mais jamais identique à l’interprétation du regardeur.
Alles is geënsceneerd, maar het – eventuele- geweld blijft buiten beeld. Alles is schijnbaar rustig, de doden lijken te slapen en de slapers lijken heengegaan…
Een mooie retrospectieve en het feit dat het toch over een vorm van ‘ figuratieve ‘ kunst gaat maakt dat het een zeer breed publiek zal aantrekken. Wie zweert bij het non-figuratieve : wegblijven ! Eén persoonlijk minpuntje : overdaad schaadt en na drie zalen kreeg ik het gevoel van een overdose…
De medeling van Bozar.
Michaël Borremans brak eind jaren 1990 internationaal door met een gevarieerd oeuvre (tekeningen, schilderijen, films) waarin de bedrieglijkheid van de voorstelling en de absurditeit van het bestaan op een suggestieve, ironische manier worden blootgelegd. Borremans gaat persoonlijke verwijzingen naar historische schilderijen van bv. Velázquez, Goya en Manet niet uit de weg, en refereert ook vaak aan literatuur, fotografie en film.
Praktisch: Ravensteinstraat € 12,00: basisprijs
Le commentaire de Quovadisart.be:
Borremans connaît un succès exponentiel depuis quelques années, il est cité “artiste le plus important de notre pays“ et le monde qui se pressait à Bozar confirme sa popularité. Il est clair que cette rétrospective (trois ans après celle de Tuymans) fera date et recette. De plus, la combinaison avec Zurbaran est parfaite.
Première conclusion quand on visite les premières salles : Borremans sait peindre. Il a pris ses leçons chez les grands classiques, Rubens lui a appris comment une touche de blanc bien placé peut tout changer dans un tableau, il connaît les techniques de mise en scène d’un Caravage, comment utiliser les clair-obscur et en tant que photographe comment jouer avec le net et le flou.
Deuxième élément capital : tout déroute, est subversif et baigne dans l’ambiguïté. La signification est chez celui qui regarde. Chaque tableau demande un décodage approfondi et jeter un regard furtif sans investissement personnel ne sert absolument à rien. Autant rester chez soi. Pour rappel cette citation de Duchamp : Ce que l’artiste a réalisé mais jamais identique à l’interprétation du regardeur.
Si tout est mis en scène, ce n’est pas un musée d’horreurs : l’action – si action il y a-se trouve à l’extérieur et les cadavres semblent dormir (et les dormeurs font penser à la mort).
Une rétrospective très soignée et le fait que c’est “figuratif“ rend l’expo accessible à un large public. Pour ceux qui ne jurent que par le non-figuratif: à déconseiller !
Un bémol personnel : le mieux est l’énemi du bien…: après trois salles j’avais les effets d’une overdose.
lire également : le soir
Informations pratiques:
Rue Ravenstein ; Bruxelles
€ 12,00: prix plein COMBI: Nautilus + Michaël Borremans + Zurbarán
Mardi- dimanche : 10 – 18 h ( jeudi 21 h )