Il était une fois un musée colonial (devenu Musée Royal d’Afrique Centrale) qui exposait ses objets-trophées dans un contexte muséal sans aucune ambiguïté: glorifier Léopold II, justifier l’action coloniale, attirer des capitaux, documenter les progrès, classifier hommes et nature, impressionner le grand public. Au lieu de refaire un nouveau musée on aurait pu le laisser tel quel et en faire un ‘musée du musée’ en mettant en évidence tous les mécanismes et ficelles des lieux d’exposition pour convaincre un public par rapport à un objectif. On en a décidé autrement et espérons que le résultat arrivera à la cheville du quai Branly. Vu les immenses collections dans les caves (voir ci-dessous) on devrait pouvoir faire quelque chose de dimension internationale.

En attendant le musée, les collections sont mises à la disposition d’autres lieux d’exposition où elles sont mises en valeur avec plus ou moins de bonheur, chacun se devant d’ajouter son grain de sel. L’exposition au Mac’s Hornu est – si j’ai bien compris – un peu le testament muséal de son directeur Laurent Busine. Il ne peut évidemment pas faire autrement que de prendre le contre-pied du contexte de Tervuren.

Il faut donc donner un nouveau sens aux pièces choisies, avec une mise en scène très sacrale, contemporaine et théâtrale. Ironie : tout cela n’est pas très éloigné de Léopold II avec d’autres – mais également grosses – ficelles intellectualisantes utilisées, ressassées et usées par beaucoup de lieux d’exposition contemporains: décontextualisation , espace blanc monacal, silence (quand les gardiens de salle veulent bien se taire), autels d’église post-Vatican II, drapages blancs, objets anonymes, contrastes poétiques … le tout agrémenté de petits textes avec des mots comme ‘symbole’, ‘mémoire’, ‘traces’. Si je peux encore suivre le raisonnement pour des statuettes et des masques, une termitière exposée comme un ciboire sur un autel immaculé, là je ne suis plus. Le tout est mis en dialogue avec des photos ‘ trouvées ‘ anonymes (qui ont du reste beaucoup de charme) et une très belle série de photos de Rineke Dijkstra pour un rapport poétique entre les objets qui proviennent de la ‘nuit africaine ‘ et le regard d’anonymes de notre siècle.

Finalement cette exposition m’a fait réfléchir à l’influence et au rôle des curateurs.

Si des idées comme contextualisation, théâtralisation, sacralisation, rituels du silence etc. vous passionnent je vous conseille quand même de lire l’excellent petit livre avec l’interview de Laurent Busine qui vous est remis à l’entrée.

Personnellement – avec tout le respect que j’ai pour le MAC’s et Busine – je trouve qu’un déplacement de 250 km ne se justifie pas.

 

Ps : les réserves du MRAC

10.000.000  échantillons d’animaux

6.000.000 d’insectes

800 000 poissons

400 000 photographies du Rwanda, du Burundi et de la RD-Congo du XIXe siècle

650 films sur la RD-Congo, le Rwanda et le Burundi entre 1940 et 1960

180 000 objets ethnographiques

60 000 spécimens de plantes ligneuses

40 000 photographies aériennes

20 000 cartes géologiques

16 000 minéraux

8000 instruments de musique

4000 objets d’art

2 kilomètres d’archives historiques (parmi lesquelles plus de 10.000 lettres et photographies, 88 journaux et notes, notamment de Stanley).

 

 

 

 

La communication du MAC’s

Exposition des collections du Musée royal de l’Afrique centrale augmentées de photographies diverses.

Le MAC’s accueille une partie de la prestigieuse collection du Musée royal de l’Afrique centrale de Tervuren, actuellement fermé pour restauration.

Le MRAC ayant fermé ses portes le 1er décembre 2013 pour 3 années de travaux de rénovation, la direction du musée a souhaité profiter de cette période pour inviter certains musées à présenter des parties de sa collection.

Masques ; termitières géantes ; tambours ; animaux en bocaux ; insectes ; couvercles à proverbes … autant de curiosités et de richesses confrontées dans l’exposition à des photographies anonymes ainsi qu’à une série d’œuvres de la célèbre photographe néerlandaise Rineke Dijkstra.

La presse en parle :

Article dans La Province

Reportage sur TéléMB ( Aller directement à 7 minutes 33 sec )

Infos pratiques

Site du Grand-Hornu
Rue Sainte-Louise, 82
B-7301 Hornu

8 € ; ma-di: 10-18

 

 

 

Er was eens …een Koloniaal Museum (nu het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika), dat zijn trofeeën-objecten tentoonstelde in een museale context waar geen dubbelzinnigheid heerste. Een hele trukendoos om Leopold II te verheerlijken, de coloniale actie te rechtvaardigen, kapitaal aan te trekken, het ‘beschavingswerk’ te documenteren , mensen, dieren en planten te classificeren en het publiek te imponeren.

Eigenlijk hadden wij er een ‘museum van het museum’ kunnen maken, een museum dat alle mechanismen en trucs zou blootstellen die sinds mensenheugnis gebruikt worden om een doelpubliek te overtuigen van een bepaalde boodschap. Er werd geopteerd voor een grondige facelift en nu maar hopen dat het resultaat kan opwegen tegen de Quai Branly. Gezien de enorme collecties in kelders (zie hieronder) is er wel genoeg materiaal om iets te doen op internationaal kwaliteitsniveau, als de politiek er zich tenminste niet mee moeit. Remember de bibliotheek van Leuven.

Inmiddels stelt het museum zijn collecties ter beschikking van andere instellingen waar ze met meer of minder succes aan de man worden gebracht. De tentoonstelling in Mac’s Hornu is – als ik het goed begrijp – een beetje het museaal testament van zijn directeur Laurent Busine. Het kon natuurlijk niet anders dan dat het een zeer intellectuele ‘her-contextualisering‘ moest worden van de coloniale opzet van Tervuren.

De stukken krijgen dus een nieuwe betekenis via een koele, hedendaagse en bijna sacrale enscenering. De ironie is dat dit al even subjectief is als de ‘trukendoos’van Leopold II, zij het met andere intenties. Een trukendoos waar toch stilaan sleet op komt : een hagelwitte ruimte, een haast monacale stilte, altaren in post-Vaticaan II stijl, witte draperieën, anonimiteit van de objecten, poëtische contrasten … dit alles aangevuld met kleine teksten met woorden zoals symbool, geheugen, sporen. Ik kan de redenering nog volgen voor de beelden en maskers, maar een termietenheuvel als een ciborie op een wit altaar, is voor mij een serieuze brug te ver, too much.

Alles wordt in dialoog geplaatst met ‘gevonden’ anonieme foto’s (weliswaar met veel charme) en een mooie reeks foto’s van Rineke Dijkstra. Dit om een poëtische dynamiek te creëren tussen objecten afkomstig uit de ‘Afrikaanse nacht’ en de blik van anoniemen uit onze eeuw.

Tenslotte heeft deze tentoonstelling mij wel aan het denken gebracht over de invloed en de rol van curatoren. Als ideeën zoals contextualisering, theatrale enscenering, rituele stilte enz. u aanspreken, stel ik voor dat u eerst het uitstekende bezoekersboekje leest : het interview met Laurent Busine maakt e.e.a. duidelijker.

Persoonlijk – met alle respect dat ik heb voor het MAC’s -vind ik een verplaatsing van 250 km niet gerechtvaardigd.

 

De collectie van het KMMA

10 000 000 dierlijke specimens

6 000 000 insecten

800 000 vissen

400 000 foto’s van Rwanda, Burundi en DR Congo uit de 19e eeuw

650 films over DR Congo, Rwanda en Burundi  tussen 1940 en 1960

180 000 etnografische objecten

60 000 specimens van houtige planten

40 000 luchtfoto’s

20 000 geologische kaarten

16 000 mineralen

8 000 muziekinstrumenten

4 000 kunstwerken

2 km historische  archieven (waaronder meer dan 10000 brieven en foto’s, 88 dagboeken en nota’s van o.a. Stanley)

De mededeling van het MAC’s

Collecties van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika aangevuld met diverse foto’s

In het MAC’s is momenteel een deel ondergebracht van de prestigieuze verzameling van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika van Tervuren, dat gesloten is voor restauratiewerken.

Op 1 december 2013 sloot het KMMA voor drie jaar zijn deuren voor renovatiewerken, en dus heeft de museumdirectie aan diverse andere musea gevraagd om in deze periode een deel van zijn collecties tentoon te stellen.

Maskers; reuzentermietenheuvels; trommels; dieren in bokalen; insecten; deksels met spreekwoorden… curiosa en waardevolle stukken die op de tentoonstelling worden geconfronteerd met anonieme foto’s en met een reeks werken van de bekende Nederlandse fotografe Rineke Dijkstra.

Practisch
Site du Grand-Hornu
Rue Sainte-Louise, 82
B-7301 Hornu

8 € ; di-zo : 10-18