Ons commentaar voor deze biënnale van de schilderkunst moet vermenigvuldigd of gedeeld worden door drie. Voor deze vierde editie is het Museum van Deinze en Leiestreek toegevoegd aan het Museum Dhondt-Dhaenens (Deurle) en Roger Raveel Museum (Machelen-aan-de-Leie ).
Ze willen met dit project het recent historisch verleden van de schilderkunst contextualiseren en actualiseren. Voor de editie van dit jaar, worden de schilderkundige toets en de materiële bouwstenen van het schilderij belicht, m. a. w. de drie tentoonstellingen willen de evolutie tonen van het schilderij en van de gebruikte materialen sinds het einde van de 19e eeuw.
De organisatoren spreken van “dialoog” tussen de verschillende stijlen en de gebruikte middelen en ja, dialoog is een actueel modewoord – behalve wanneer het gaat over de vorming van een regering – maar persoonlijk heb ik het liever, bij het zien van de drie tentoonstellingen, over een vorm van confrontatie. Tussen, bijvoorbeeld, Lucio Fontana, Bram Bogart en Daniel Buren enerzijds en Frans Courtens Emile Claus en Theo Van Rysselberghe anderzijds, zie ik niet echt een vorm van dialoog. Het idee van de kunst in het algemeen en de schilderkunst in het bijzonder, de materialen en technieken, kortweg het totale concept, tussen deze twee tendensen, lijkt mij te sterk uiteenlopend om het te kunnen hebben over een dialoog. Zelfs het gebruik van doek, penseel en verf, wordt vandaag regelmatig in vraag gesteld.
Dat gezegd zijnde, de biënnale is beslist de verplaatsing(en) waard :
– In Deurle, de stranden van de Belgische kust door Henri-Victor Wolvens geflankeerd door prachtige schilderijen en aquarellen van Rik Wouters – in dialoog of confrontatie – met, onder andere, werk vol mysterie en opwinding van de Noorse Kjell Nupen.
– In Machelen is het onderwerp van de tentoonstelling de Toets van de Schilder, zeer aanwezig. Voornamelijk door de vele werken van Roger Raveel, bekend om zijn schilderijen op karton of hout, evenals het beschilderen van kasten of triporteurs. Maar eveneens door Fontana en gekerfde doeken, de symmetrische strepen van Buren, de zeefdrukken van Warhol of plaasterschilderijen van Bogart.
– In het Museum van Deinze word je van bij het binnenkomen verrast door een liggend naakt van de Japanse kunstenaar Naoto Kawahara. Dit levensgrote (?)werk is, net als twee anderen in een fotografische realistische stijl. Zijn stijl is niet erg Japans en zijn modellen hebben een verstarde uitdrukking die doen denken aan de personages van M. Borremans.
Kawahara wordt geflankeerd door een aantal grote namen van de Belgische schilderkunst zoals: E. Claus, C. Permeke, G. Van de Woestyne en T. Van Rysselberghe
Confrontatie of dialoog, deze tentoonstellingen hebben het groot voordeel werken samen te brengen van heel verschillende en soms tegenovergestelde concepten. Het zijaan zij tonen van de klassieke en hedendaagse werken maakt op zich al de verplaatsing waarD (encore!).
Er is een erg originele catalogus / gids voor de bezoeker, in het Nederlands en het Frans, een handig hulpmiddel voor het bezoek.
De drie tentoonstellingen zijn niet noodzakelijk te bezoeken op één dag, maar het is best te doen, zelfs met de fiets.
De mededeling van de Biennale
DE TOETS VAN DE SCHILDER
Richard Aldrich – Martin Barré – Jerry Galle – Ermias Kifleyesus – Roy Lichtenstein – Kjell Nupen – Robert Ryman – Niele Toroni – Philippe Vandenberg – Koen van den Broek – Jack Whitten – Henri-Victor Wolvens – Rik Wouters
De biënnale van de Schilderkunst is steeds een subjectief onderzoek naar een aantal sporen die de schilderkunst de laatste honderd jaar heeft gevolgd. Om de twee jaar wordt een bepaald uitgangspunt genomen om de schilderkunst op een originele manier te benaderen. De vorige thema’s waren onder meer het mensbeeld en het sublieme.
Voor deze biënnale neemt, naast museum Dhondt- Dhaenens en Raveelmuseum, voor het eerst ook het Museum van Deinze en de Leiestreek deel. Deze editie zal zijn gewijd aan het begrip “textuur” en de “materialiteit” van het schilderij. Ze gaat op zoek naar de fysieke bouwstenen en de zintuiglijke sensaties die hieruit voortvloeien.
Elementen als de toets (de manier waarop de verf is aangebracht maar ook het typische gebaar dat kenmerkend is voor elke individuele schilder), de drager van het schilderij (paneel, doek, papier, metaal, glas, muur…), de aard en samenstelling van de verf (olieverf, acryl, gouache, aquarel, industriële verf, …) of andere materialen waarmee “geschilderd” wordt (modder, papier, lichtstralen, …). Vaak zal daarbij worden vastgesteld dat veel kunstenaars gecombineerde technieken aanwenden waardoor het experimentele karakter dat besloten ligt in de materialiteit aan bod komt.
Praktisch
Tentoonstelling van 29 juni t/m 12 oktober 2014.
Combiticket (inclusief bezoekersgids en fietsroutekaart): € 12,00 / € 9,00
Op de site van Toerisme Oost-Vlaanderen kunnen bezoekers via de fietsrouteplanner hun eigen fietsroute uitstippelen en is er een overzicht beschikbaar met fietsverhuurfaciliteiten in de buurt: http://www.tov.be/nl/fietsroutes
Museum Dhondt-Dhaenens
Museumlaan 14, 9831 Deurle
Meer info op: www.museumdd.be
Open van dinsdag t.e.m. zondag van 10u tot 18u (gesloten op maandag)
Roger Raveelmuseum
Gildestraat 2-8, 9870 Machelen-Zulte
Meer info op: www.rogerraveelmuseum.be
Open van dinsdag t.e.m. zondag van 11u tot 17u (gesloten op maandag)
Museum van Deinze en de Leiestreek
L. Matthyslaan 3-5, 9800 Deinze
Meer info op: www.museumdeinze.be
Open van dinsdag t.e.m. zondag van 11u tot 18u (gesloten op maandag)
Mon commentaire pour la biennale de la peinture doit se multiplier ou être divisé par trois. Pour la quatrième édition de la Biennale, le Musée de Deinze et du Pays de la Lys a été ajouté au Musée Dhondt-Dhaenens (Deurle) et au Musée Roger Raveel (Machelen-aan-de-Leie).
Ils veulent, par ce projet, contextualiser et actualiser le passé historico-artistique de la peinture. L’édition de cette année est dédiée à la touche du peintre et à la matérialité du tableau.
Les expositions dans les trois musées veulent donc montrer l’évolution de la peinture et des matériaux utilisés, depuis la fin du 19e siècle.
Les organisateurs parlent de “dialogue” entre les différents styles et moyens utilisés et oui, le dialogue est un mot à la mode – sauf quand il s’agit de former un gouvernement – mais personnellement j’ai plutôt vu, dans les trois expositions, une forme de confrontation. Entre, par exemple, Lucio Fontana, Bram Bogart et Daniel Buren d’une part, et Frans Courtens, Emile Claus et Théo Van Rysselberghe d’autre part, je ne discerne pas vraiment un dialogue. L’idée de l’art en général et de la peinture en particulier, les matériaux et les techniques, bref le concept total est, me semble-t-il, trop divergent entre ces deux tendances, pour que l’on puisse parler de dialogue. Même l’usage du canevas, de pinceaux ou de peinture est constamment mis en question.
Ceci dit, la biennale vaut absolument le(s) déplacement(s) :
– A Deurle, les plages de la côte belge de Henri-Victor Wolvens flanquées de superbes peintures et aquarelles de Rik Wouters se trouvent – en dialogue ou confrontation – avec entre autres, les œuvres pleines de mystères et d’émotion du Norvégien Kjell Nupen.
– A Machelen, le sujet de l’exposition, La Touche du Peintre, est très présent. En premier lieu par les nombreuses œuvres de Roger Raveel qui est connu pour ses peintures sur carton ou bois, ainsi que sur des armoires ou triporteurs. Mais aussi par les coups de cutter de Fontana, les rayures symétriques de Buren, les sérigraphies de Warhol ou les “plâtres” de Bogart.
– Au musée de Deinze l’artiste japonais Naoto Kawahara surprend dès l’entrée par son nu couché. Cette œuvre, grandeur nature, ainsi que deux autres sont d’un style très réaliste qui n’est pas très japonais ; par la pose et le regard figé des modèles elles (oeuvres) font penser aux modèles de M. Borremans. Kawahara est flanqué de quelques grands noms de la peinture belge : E. Claus, C. Permeke, G. Van de Woestyne et T. Van Rysselberghe.
Confrontation ou dialogue, ces expositions ont le grand avantage de mettre en présence des œuvres très différentes et de concepts parfois opposés. Le côte à côte, parfois sur le même mur, du classique et du contemporain vaut à lui seul le déplacement.
Il y a un catalogue / guide du visiteur très original, en nnnnéerlandais et en fffrançais, fort utile pour la visite.
Les trois expositions ne sont pas nécessairement à visiter le même jour mais c’est faisable, même à vélo.
Le communiqué des musées:
LA TOUCHE DU PEINTRE
Richard Aldrich – Martin Barré – Jerry Galle – Ermias Kifleyesus – Roy Lichtenstein – Kjell Nupen – Robert Ryman – Niele Toroni – Philippe Vandenberg – Koen van den Broek – Jack Whitten – Henri-Victor Wolvens – Rik Wouters
La Biennale de la peinture reste une étude subjective des sentiers qu’a empruntés la peinture au cours des cent dernières années. Tous les deux ans, la peinture est abordée d’un point de vue bien précis et de manière originale. Parmi les thèmes précédents, citons l’image de l’homme et le sublime.
Outre le Musée Dhondt-Dhaenens et le Musée Raveel, le Musée de Deinze et du Pays de la Lys participera pour la première fois à cette biennale. Cette édition sera consacrée à la «texture» et à la «matérialité» du tableau. Elle tentera d’identifier les composants physiques et les sensations sensorielles qui en découlent.
Il s’agira d’étudier les éléments tels que la touche (la technique d’application de la peinture, mais aussi le geste propre à chaque peintre), le support du tableau (panneau, toile, papier, métal, verre, mur…), la nature et la composition de la peinture (peinture à l’huile, acrylique, gouache, aquarelle, peinture industrielle…) ainsi que les autres matériaux servant à « peindre » (boue, papier, rayons de lumière…). On constatera souvent que de nombreux peintres combinent plusieurs techniques pour laisser s’exprimer le caractère expérimental de la matérialité.
Infos pratiques
Exposition du 1er juillet au 12 octobre 2014 inclus.
Billet combiné (guide du visiteur et carte des itinéraires cyclistes compris) : € 12,00 / € 9,00
Surfez sur le site de Toerisme Oost-Vlaanderen pour tracer votre itinéraire cycliste grâce au planificateur d’itinéraires. Vous y trouverez aussi une liste claire des possibilités de location de vélos dans la région: http://www.tov.be/nl/fietsroutes
Musée Dhondt-Dhaenens
Museumlaan 14, 9831 Deurle
Plus d’infos: www.museumdd.be
Ouvert du mardi au dimanche de 10 h à 18 h (fermé le lundi)
Musée Roger Raveel
Gildestraat 2-8, 9870 Machelen-Zulte
Plus d’infos: www.rogerraveelmuseum.be
Ouvert du mardi au dimanche de 11 h à 17 h (fermé le lundi)
Musée de Deinze et du Pays de la Lys Leiestreek
L. Matthyslaan 3-5, 9800 Deinze
Plus d’infos: www.museumdeinze.be
Ouvert du mardi au dimanche de 11 h à 18 h (fermé le lundi)