GÉRICAULT. FRAGMENTEN VAN MEDEDOGEN

Waarom moet je naar Theodore Gericault gaan kijken? Omdat de tentoonstelling, de eerste die aan hem is gewijd, vier hoofdthema’s toont: de strijd (gevechten, oorlogen), lichamen, hoofden en crisissen of waanzin. En bij elk onderwerp worden de werken van Gericault geconfronteerd met deze van andere kunstenaars – Fuseli, Goya, Stubbs, Delacroix – of met de wetenschappers uit zijn tijd – foto’s en teksten van anatomie, fysionomie of psychiatrie begeleiden de schilderijen en tekeningen

Gestorven, na een lange lijdensweg, op amper twee en dertigjarige leeftijd, is hij de eerste van de romantische meesters, maar tevens de voorloper van de realisten. Wat een bewijs a contrario is van de geijkte classificatie en de voorop gestelde spanning tussen realisme en romantisme.

Hij is vrij jong onder de indruk van de schilders van de Italiaanse Renaissance, met Michelangelo in het bijzonder, en van Peter Paul Rubens. Voor Antoine-Jean Gros heeft hij een grote bewondering voor zijn voorstellingen van het paard; het paard dat een centraal thema is in het werk van Gericault

Realistisch en bijna wetenschappelijke dissecteerd hij het lichaam maar hij is tevens bezorgd over de menselijke ziel. Hij werkt met bloederige ledematen, even realistisch als Courbet, maar hij toont ook, op een bijna documentaire en empatische manier, de stedelijke armoede en de gewonde en vermoeide soldaten

We moeten het natuurlijk nog hebben over de vier monomanen die, net als  Het vlot van de Medusa hebben bijgedragen tot de roem van Gericault: De monomane van het stelen, de monomane van het spel, de monomane van de afgunst en de monomaan van de kinderen dief.
De vier “portretten” (2 vrouwen en 2 mannen) illustreren zijn psychologische benadering van de personages, zijn aandacht gaat naar schuinse blik en zij lijken te kijken en te luisteren naar een realiteit die ons ontsnapt.

Interessante tentoonstelling die ons de verschillende facetten van een groot schilder, maar ook grote tekenaar en etser toont. Jammer dat het museum het niet nodig vond (besparingen?) meer panache te geven aan deze tentoonstelling. De suppoost bij balie was niet erg op de hoogte et qua documentatie moet men het stellen met een drietalige flyer en het reclamebladje van het museum (tweetalig Nederlands/Engels) dat weinig informatie maar veel reclame bevat.

 

De medeling van het museum

 In 1908 verwierven De Vrienden van het Museum voor Schone Kunsten Gent op een Parijse veiling voor een mooie prijs een schilderij van Théodore Géricault (1791 – 1824) met als titel De waanzinnige moordenaar. Bij deze gelegenheid vroeg de lokale pers zich af wie er zo gek zou zijn om in zijn woonkamer het portret van een moordenaar op te hangen! Het portret – dat eigenlijk dat van een kleptomaan was – maakte samen met onder andere ‘de ijverzuchtige’ uit het Musée des Beaux-Arts de Lyon en de ‘kinderdief’ uit het Museum of Fine Arts in Springfield Massachusetts, deel uit van een reeks portretten van geestesgestoorden die door Géricault in het hospitaal la Salpêtrière in Parijs geschilderd waren.

 

Door deze reeks portretten, evenals door zijn meesterwerk Het vlot van de Medusa, kreeg Géricault snel naam als de schilder van de gruwel, van de pijn, van de waanzin en van de dood. De tentoonstelling in het Museum voor Schone Kunsten Gent toont door middel van schilderijen, tekeningen, prenten en documenten een andere benadering van deze door de realiteit en alle aspecten van de menselijke natuur begeesterde kunstenaar. Door een vrijwillig streven naar een dagelijks bestaan, soms gelukkig, maar in een tijdsgewricht dat ten prooi was aan de stuiptrekkingen van de geschiedenis dikwijls ook gewelddadig of dodelijk, tracht Géricault de mens in al zijn facetten te ontraadselen. Hierbij legt hij getuigenis af van een diepe empathie voor zijn modellen, van wie het gelaat de littekens van het leven draagt. Door het verdriet maar ook de hartstochten van zijn tijdgenoten vol mededogen te willen delen, raakt hij uitgeput en vernietigt hij zichzelf.

 

Werken van andere kunstenaars zoals Füssli, Goya, Delacroix en Menzel laten ons toe om de context waarin Géricault werkte beter te begrijpen.

 

Deze tentoonstelling werd gerealiseerd in samenwerking met de Schirn Kunsthalle in Frankfurt.

 

De ‘jupons’ van de Revolutie

 

Aansluitend vindt een kleine tentoonstelling plaats over de rol van de vrouw tijdens de Franse Revolutie: “De Marianne-figuur in de kunst verbeeldde niet alleen de jonge Franse Republiek en de Vrijheid. Ze was geen ideaal of allegorisch beeld, maar bestond echt, en was getekend naar de trekken van een alledaagse schone. Vrouwen streden net zo goed als mannen in de revolutionaire stoottroepen. Enkelingen slaagden er zelfs in om een politieke rol te spelen, doch hun lot was veelal beklagenswaardig. Zo was er Théroigne de Méricourt, een vrijheidsstrijdster, die in 1792 op de barricaden stond en uiteindelijk als ‘waanzinnige’ opgesloten werd in La Salpêtrière, zoals de zogenaamde ‘Hyena’ waarvan Géricault een portret maakte, en waar ze 20 jaar later stierf.

 

PROJECT ALFREDO EN ISABEL AQUILIZAN : Parallel met de tentoonstelling Géricault. Fragmenten van mededogen, organiseert het museum een project van de hedendaagse kunstenaars Alfredo & Isabel Aquilizan. Het kunstenaarsduo, zelf geëmigreerd uit de Filipijnen naar Australië werken vaak rond verplaatsing en migratie. Ze focussen niet alleen op het individu met een persoonlijk verhaal, maar ook op de relatie met de andere in een nieuwe omgeving.

 

Aan de hand van workshops betrekken ze jongeren en migranten bij hun project om samen een grootschalige installatie te maken. Verwijzend naar de idee van verhuizing, vervoer, en beweging maken de kunstenaars steeds gebruik van gerecycleerd huishoudelijk en reismateriaal. Bij de opening is de installatie meestal niet af, en kan elke bezoeker tijdens de tentoonstelling verder bouwen aan dit perpetueel work in progress. De correlatie met de recente harde feiten rond Lampedusa en het Vlot van de Medusa laat geen twijfel en kadert in “50 jaar Migratie” te Gent.

 

Alfredo en Isabel Aquilizan werkten eerder voor onder meer TATE Liverpool, het Gemeentemuseum Den Haag, en de Biënnales van Sydney, Venetië en Moskou.

 

Practisch: 

 

Museum voor Schone Kunsten
Fernand Scribedreef 1 Citadelpark 9000 Gent T. 0032 (0)9 240 07 00

 

museum.msk@gent.be  Open van dinsdag tot zondag van 10u00 tot 18u00   10 €

 

Lees ook:

 

gericault- De Standaard

 

Meer over Gericault

 

wiki

 

Le Louvre

 

 

Le commentaire de Quovadisart.be: 

Pourquoi aller voir Théodore Géricault ? Parce que l’exposition, qui est la première à lui être consacrée, présente quatre grands thèmes : les luttes (batailles, guerres), les corps, les têtes et les crises ou la folie. Et dans chaque thème les œuvres de Géricault sont mises en dialogue avec des œuvres d’artistes – Füssli, Goya, Stubbs, Delacroix – et de scientifiques de son temps – des traités et images d’anatomie, de physiognomonie ou de psychiatrie accompagnent ainsi peintures et dessins

Mort à trente-deux ans à peine, après une longue agonie, il est le premier des romantiques mais aussi le précurseur des réalistes, prouvant que ces classements ne sont là que pour prouver le contraire de la prétendue antithèse entre le réalisme et le romantisme.

Très vite il est fortement impressionné par les peintres de la Renaissance italienne, Michel-Ange en particulier, et par Pierre Paul Rubens. Antoine-Jean Gros, qu’il admire particulièrement, est son maître pour la représentation du cheval, sujet central dans son œuvre.

Avec réalisme et de manière presque scientifique il dissèque les corps mais il se préoccupe cependant aussi de l’âme humaine. Il affronte les membres sanguinolents, de manière aussi réaliste que le fera Courbet, mais il montre aussi, de façon documentaire et empathique, la misère urbaine et les soldats blessés et fourbus.

On ne peut pas terminer ce commentaire sans parler des quatre monomanes, qui ont autant fait la réputation de Gericault que son Radeau de La Méduse  : le monomane du vol,  la monomane du jeu,  la monomane de l’envie et le monomane du vol d’enfant.

Ces quatre « portraits » (2 femmes et 2 hommes) illustrent son approche psychologique des personnages ; il se concentre sur leur regard oblique et ils semblent contempler et entendre une réalité qui nous échappe.

Exposition intéressante qui nous montre les différentes facettes d’un grand peintre mais aussi grand dessinateur et graveur. Dommage que le musée n’ait pas trouvé nécessaire de donner un peu plus de panache à cette exposition. Le suppôt à l’entrée n’était pas fort au courant et comme documentation il faut se contenter d’un dépliant (en trois langues) et la petite ‘feuille publicitaire’ du Musée (néerlandais  – anglais) qui comporte très peu d’informations mais beaucoup de publicités.

 

 

Le communiqué du musée:

GÉRICAULT. FRAGMENTS DE COMPASSION

En 1908, Les Amis du Musée des Beaux-Arts de Gand achètent pour une somme fort raisonnable, lors d’une vente aux enchères  à Paris , un tableau de Théodore Géricault  (1791 – 1824)  intitulé le Fou assassin. A l’époque la presse parisienne qui faisait état de cette vente se demandait qui serait assez insensé pour accroché une telle oeuvre dans son salon!  Ce portrait en réalité celui d’un cleptomane faisait partie d’un ensemble de portraits d’aliénés, tout comme la Monomane de l’envie du Musée des Beaux-Arts de Lyon et le Monomane du rapt d’enfants du Museum of Fine Arts de Springfield peints par Géricault à l’hôpital la Salpêtrière.

Cet ensemble de portraits tout comme le chef d’œuvre du peintre, Le radeau de la Méduse, vont lui conférer la réputation de peintre de l’horreur, de la douleur, de la folie et de la mort. La présente exposition veut présenter par le biais de tableaux, dessins, estampes et documents une autre approche de cet artiste passionné par la réalité et  par tous les aspects de l‘humanité. Par sa quête volontaire d’un quotidien parfois heureux mais souvent violent ou mortifère, dans une période en proie aux soubresauts de l’histoire, Géricault va vouloir décrypter l’homme dans tous ses états faisant preuve d’une empathie profonde pour ses modèles dont le visage porte les stigmates de la vie.

Plein de compassion pour autrui , il  s’épuisera , se détruira en voulant partager les peines mais aussi les passions de ses contemporains

D’autres œuvres d’artistes tels Füssli, Goya, Delacroix, Menzel…. permettent de mieux comprendre le contexte dans lequel Géricault va œuvrer.

Les jupons de la révolution

Une salle supplémentaire sera consacrée au rôle politique que jouèrent certains femmes lors de la Révolution française. Marianne” personnifie désormais la France républicaine et la Liberté. Elle n’est plus une figure idéalisée mais revêt les traits d’une beauté roturière bien réelle. De nombreuses femmes enthousiasmées par la portée universelle ces idées ont voulu joué un rôle politique. Les femmes souhaitaient prendre une part active à la lutte révolutionnaire et même, en compagnie des hommes s’enrôler dans l’armée. Néanmoins le pouvoir en place ne souhaitant pas une ingérence féminine dans les affaires de l’état leur réserva un sort peu clément allant de l’exécution sur la place publique à l’enfermement dans les premiers établissements psychiatriques. Tel fut le cas de Théroigne de Méricourt, femme politique, féministe qui, dit-on, mena l’assaut sur les Tuileries en 1792. Elle fut déclarée folle et enfermée à la Salpêtrière tout comme l’Hyène de la Salpêtrière dont Géricault fit le portrait. Elle mourut dans cette institution psychiatrique une vingtaine d’année après son enfermement.

Isabel et Alfredo Aquilizan

Parallèlement, le Musée des Beaux-Arts de Gand présente un projet de deux artistes actuels Alfredo en Isabel Aquilizan. Ce couple d’artistes qui a lui-même émigré en Australie, travaillent le plus souvent autour des thèmes de l’exode et de l’émigration. Ils ne se concentrent pas uniquement sur le récit individuel mais aussi sur la relation avec l’autre dans un nouvel environnement. Par le biais d’ateliers créatifs, ils font participer à leurs projets tant des jeunes que des émigrés, afin d’élaborer ensemble une installation de grandes dimensions. Faisant référence aux idées déménagement, transport et déplacement, ces artistes recyclent des objets domestiques ou de voyage. Au moment de l’ouverture de l’exposition, la plupart du temps, l’installation n’est pas achevée et les visiteurs peuvent pendant la durée de l’exposition apporter leur tribut à cette œuvre en perpétuel cours d’évolution.

Les liens existants entre les tragédies au large de Lampedusa, en Italie, et le Radeau de la Méduse de Théodore Géricault et ce projet lui permettent de s’intégrer aux manifestations organisées dans le cadre  de « 50 années d’émigration »  à Gand.pratiques: 

infos pratiques

Museum voor Schone Kunsten
Fernand Scribedreef 1 Citadelpark 9000 Gent  T. 0032 (0)9 240 07 00

museum.msk@gent.be     ouvert: mardi-dimanche :10h à 18h    10 €