Het commentaar van Quovadisart :
In mijn visie van de rol van een curator ligt het voor de hand dat hij de bezoeker zo goed mogelijk wegwijs maakt in de soms moeilijk te vatten arcanen van de hedendaagse kunst… of ben ik wat te simplistisch ?
Een aantal instellingen zoals het SMAK en Wiels hebben dit goed begrepen en ik weet bij voorbaat dat ik bij het buitengaan een prachtige ervaring rijker ben en niet naar aspirine moet grijpen om mijn hoofdpijn te stillen.
Helaas beantwoorden de twee tentoonstellingen in het M KHA niet aan deze manier van zien.Iedereen is Jan Hoet niet.
Er staan geen namen bij de werken, maar als je goed zoekt staan er deuren opgesteld met een A-4tje. Dit zijn dan plannetjes met daarop een verwijzing naar de ligging van de werken ( niet alle, want sommige werken – Robert Breer -bewegen bijna onopmerkzaam in de ruimte, fantastisch, maar je moet wel heel lang kijken) Dan pas vind je de naam van de kunstenaar en een aanduiding waar uitleg staat in het bezoekersboekje.Uit respect voor de curator – E Carels – heb ik zijn 30 blz tekst van de persmap doorgenomen. Ongelooflijk complex en intelligent- Foucault en Baudrilard zijn lectuur voor kleuters in vergelijking met deze tekst – maar is de kunst niet dit alles in een verstaanbaar A4-tje over te brengen?
Hierbij bent U verwittigd. Dit alles neemt niet weg dat er een aantal fantastische werken te zien zijn o.a. een boeiende installatie van Pierre Huyghe, Tuymans, Tommy Simoens, Bart Prinsen, Honré d’O om er maar enkele te noemen.
Idem dito voor de expo van Narcisse Tordoir. Hier staan wel plaatjes met een QR code voor de uitleg ; uw I-phone dus meenemen !
Hier lopen een vijftal thema’s kriskras door elkaar : het bekende vroegere werk van Tordoir , een tiental schitterende nieuwe ‘ tableaux ‘ geïnspireerd door Tiepolo, een keuze van Tordoir in de collectie, verwijzingen naar een uitnodiging van de kunstenaar bij het verplaatsen van Abu Simbel, werk van de Barjeel Art Foundation die oosterse codes wil binnenbrengen in westerse kunst en werken van bevriende kunstenaars van de Rijksacademie van Amsterdam.
Als lezer van Quovadisart hebt U nu een aantal sleutels om aan de slag te gaan, want er zijn opnieuw een aantal opmerkelijke werken zoals van Ann Veronica Jansen, Swennen, Lohaus enz.
Sam Stevzerlinck in de Standaard:
Tordoir verwerkt wel héél veel verschillende bronnen en betekenislagen in deze expo. Het levert een kluwen van associaties op, waardoor het geheel soms wat wazig overkomt. Daar staan dan weer mooie verrassingen en onverwachte combinaties tegenover.Krant – De Standaard
Als u het M KHA bezoekt, graag uw commentaar hieronder neerpennen. Het zal volgende bezoekers steevast helpen.
.
El Hotel Electrico spant de kroon. Ik ben van het type die , als hij een sigarettenpeukje op de muur geplakt ziet, zich toch afvraagt wat de duiding ervan is, toch zeker nu Duchamp al lang zijn statements gemaakt heeft.
Er staan geen namen bij de werken, maar als je goed zoekt staan er deuren opgesteld met een A-4tje. Dit zijn dan plannetjes met daarop een verwijzing naar de werken ( niet alle, want sommige werken bewegen in de ruimte) en daarbij een aanduiding van de pagina waar uitleg staat in het bezoekersboekje.
Hierbij bent U verwittigd. Dit alles neemt niet weg dat er een aantal fantastische werken te zien zijn o.a. een boeiende installatie van Pierre Huyghe, Tuymans, Tommy Simoens, Bart Prinsen, om er maar enkele te noemen.
Idem dito voor de expo van Narcisse Tordoir. Hier staan wel plaatjes met een QR code voor de uitleg ; Uw Iphone dus meenemen !
Hier lopen een vijftal thema’s kriskras door elkaar : het bekende vroegere werk van Tordoir , een tiental schitterende panelen geïnspireerd door Tiepolo, een keuze van Tordoir in de collectie, verwijzingen naar een uitnodiging van de kunstenaar bij het verplaatsen van Abu Simbel, werk van de Barjeel Art Foundation die oosterse codes wil binnenbrengen in westerse kunst en werken van bevriende kunstenaars van de Rijksacademie van Amsterdam.
Als lezer van Quovadisart hebt U nu een aantal sleutels om aan de slag te gaan, want er zijn opnieuw een aantal opmerkelijke werken zoals van Ann Veronica Jansen, Swennen, Lohaus enz.
Als u het M KHA bezoekt, graag uw commentaar hieronder neerpennen. Het zal volgende bezoekers steevast helpen.
De mededeling van het M KHA
Wanneer wordt animatie beeldende kunst? Wat blijft er over van animatie wanneer het de filmzaal of het tv-scherm verlaat, en zich in andere ruimtes manifesteert? De tentoonstelling El Hotel Eléctrico – Kamers Beschikbaar gaat op zoek naar de vele mogelijkheden van het fenomeen ‘animatie’ in bredere zin, en vertrekt daarbij van het medium in zijn vroegste gedaantes, toen deze artistieke methode nog niet beperkt werd door de conventies en de clichés van de filmindustrie.
Zoals een hotel, is een museum een plek waar elke bezoeker per definitie maar tijdelijk te gast is. De spanning tussen publiek en privé, tussen neutrale interieurs en persoonlijke objecten, tussen waken en slapen, tussen werken en dromen zal voor een speels contrast zorgen in het ontwerpen van elke zone of ‘kamer’ van El Hotel Eléctrico.
Wanneer animatie het afgemeten kader van het filmdoek verlaat en opduikt in een museum, biedt het de bezoeker niet langer een louter visuele ervaring, maar creëert het een plaats die aanspoort tot exploreren. El Hotel Eléctrico is bedacht als een visueel essay, een ruimtegebonden ervaring. Animatie wordt hier begrepen als het betreden van een krachtveld: het manipuleren van beelden en objecten in ‘geregisseerde’ museumzalen, het overbruggen van intervallen.
In El Hotel Eléctrico check je in in een andere tijd en ruimte. Want net zoals een hotel, is een museum een plek waar elke bezoeker maar tijdelijk te gast is. De spanning tussen publiek en privé, tussen neutrale interieurs en gepersonaliseerde objecten, tussen waken en slapen, en tussen werken en dromen zorgt voor speelse contrasten in elke ‘kamer’ van El Hotel Eléctrico.
El Hotel Eléctrico biedt een afwisselend vrolijk en macaber, monochroom en felgekleurd, en magisch en heimelijk kader voor werk van Robert Breer, David Claerbout, Robert Devriendt, Léon Foucault, Sara van der Heide, Pierre Huyghe, Katrin Kamrau, Julien Maire, Anthony McCall, Lars Morell, Matt Mullican, Philip Newcombe, Honoré d’O, Roman Ondák, Cornelia Parker, Philippe Parreno, Bart Prinsen, The Quay Brothers, Yann Sérandour, Tommy Simoens, Michael Snow, Clare Strand, Javier Téllez, Luc Tuymans
De Roze Spion bestaat uit vijf verschillende onderdelen, die in juxtapositie met elkaar functioneren. In de eerste plaats nieuwe, monumentale werken van Tordoir zelf. Ze zijn geïnspireerd door twee reeksen etsen van de Venetiaanse rococoschilder Giambattista Tiepolo uit het Amsterdamse Rijksmuseum, die in het tweede deel van de tentoonstelling worden gepresenteerd.
Met werk van onder anderen Guy Mees, Bernd Lohaus en Ann Veronica Janssens kiest Narcisse Tordoir in het derde onderdeel voor een eigenzinnige selectie werken uit de M HKA-collectie, met de factoren ‘mens’, ‘wereld’ en ‘taal’ in gedachten.
In het vierde deel presenteert de kunstenaar schilderijen uit de Barjeel Art Foundation in Sharjah (Verenigde Arabische Emiraten). Met deze keuze accentueert Tordoir werk waarin de drang zichtbaar wordt om Westerse modellen om te buigen tot een authentieke Arabische beeldtaal.
Voor het laatste deel selecteert Tordoir een aantal werken van jonge kunstenaars waarmee hij samenwerkte aan de Amsterdamse Rijksakademie, waar de confrontatie tussen sterk uiteenlopende culturen centraal staat.
In Narcisse Tordoir – De Roze Spion heeft ‘de Oosterling’ een verbindende functie: hij verschijnt op het toneel bij Tiepolo, duikt op in het werk van Tordoir, fungeert als denkbeeld over identiteit in het werk van de verschillende jonge kunstenaars, maar is vooral de auteur van de werken uit de Barjeel-collectie. Voor Narcisse Tordoir is ‘de Oosterling’ in zijn onvatbare gedaantes een metafoor voor de kunstenaar, filosoof, dichter en wetenschapper, figuren die in het politieke debat van vandaag samen met de migrant gestigmatiseerd worden.
De kunstenaars zijn: Dia Al Azzawi, Saadi Al Kaabi, Issam Al Said, Walid Al Shami, Mounira Al Solh,Ahmed Cherkaoui, Coum Transmissions, Cel Crabeels, Willem de Rooij, Niels Donckers, Hamid El Kanbouhi, Armen Eloyan, Mounir Fatmi, René Heyvaert, Ann Veronica Janssens, Bernd Lohaus, Tala Madani, Aditya Mandayam, Guy Mees, Andrei Monastyrski, Hermann Pitz, Ayman Ramadan, Marwan Rechmaoui, Reindeer Werk, Stéphanie Saadé, Walter Swennen, Giambattista Tiepolo, Narcisse Tordoir, David Tretiakoff, Alan Uglow, Richard Venlet, Didier Vermeiren, Narcisse Tordoir in samenwerking met Carla Arocha, Alioune Bâ & Brehima Koné, James Beckett, Ronald Stoops & Inge Grognard
M HKA Praktisch
Leuvenstraat 32 2000 Antwerpen
T +32 (0)3 260 99 9 E info@muhka.be
DI–WO en VR–ZO 11:00–18:00 DO 11:00–21:00
€ 8
Le commentaire de Quovadisart:
Dans ma vision -peut-être un peu trop simpliste – du rôle d’un curateur il m’est évident qu’il doit tout mettre en œuvre pour prendre le visiteur par la main et le guiderau travers des arcanes de l’art contemporain qui est parfois plus que cryptique.
Un certain nombre d’institutions telles que le SMAK ou le Wiels l’ont bien compris et quand je vais visiter leurs expositions je sais avant d’entrer que je suis au seuil d’une expérience enrichissante.
Malheureusement les deux expositions du M KHA ne sont pas dans cette logique. El Hotel Electrico tient la palme. Il faut dire que je suis du genre de celui qui, quand il voit un mégot de cigarette collé au mur, se demande quel est le discours derrière cet
acte d’autant plus que Duchamp nous a quittés depuis longtemps.
Pas de noms à côté des oeuvres, mais si vous cherchez bien, il y a des portes avec
un feuillet A4 avec un petit plan qui indique où se trouvent les oeuvres…enfin, pas
toutes, car il y en a qui se baladent dans les salles. Quand vous avez localisé ce qui
vous interpelle, vous trouverez une petite indication de la page du guide des visiteurs
(très bel objet) où vous trouverez éventuellement un peu plus d’informations.
Vous voilà avertis, mais tout cela ne signifie pas qu’il n’y a rien à voir : il y a des
œuvres fantastiques comme celles de Pierre Huyghe,Tomy Simoens, Tuymans, Bart
Prinsen, pour n’en citer que quelques-unes.
Pour l’exposition de Tordoir c’est un peu la même chose. Ici il y a des explications
à côté de chaque œuvre mais il faut un iPhone avec un décodeur QR pour trouver à
chaque fois uneexplication.
Plusieurs thèmes sont imbriqués dans cette exposition:les travaux bien connus
des années 80 de Tordoir, une douzaine de superbes tableaux récents inspirés par
Tiepolo, un choix personnel de Tordoir dans la collection du M KHA, des références
à l’invitation de l’artiste pour assister au déplacement du temple d’Abou-Simbel ,
des oeuvres d’artistes de la Barjeel Art Foundation ( intégration des codes orientaux
dans l’art occidental), des travaux d’amis artistes et des œuvres de la Rijksacademie
d’Amsterdam.
En tant que lecteur de Quovadisart vous avez maintenant les clés pour aborder cette
exposition…qui à l’instar de Hôtel Paradiso comprend des œuvres remarquables d’
Ann Veronica Jansen, Lohaus, Swennen etc.
Faites-nous un plaisir : si vous visitez le M KHA, donnez-nous vos commentaires ci-
dessous. Cela aidera les prochains visiteurs.
À quel moment l’animation se hisse-t-elle au rang d’art visuel? Que reste-t-il de l’animation quand elle quitte la salle de projection ou l’écran de télévision pour se manifester dans d’autres espaces? L’exposition El Hotel Eléctrico – Chambres Libres part en quête de différentes possibilités du phénomène ‘animation’ au sens large, et prend pour point de départ le média sous ses premiers aspects, lorsque les conventions et clichés de l’industrie cinématographique n’imposaient pas encore leurs limites et restrictions à cette discipline artistique.
Quand l’animation quitte le cadre délimité de l’écran de cinéma pour apparaître au musée, elle n’offre plus une expérience exclusivement visuelle au spectateur, mais crée un lieu qui incite à l’exploration. El Hotel Eléctrico est conçu comme un essai visuel, une expérience spatiale. L’animation est envisagée ici comme l’accession à un champ de force : la manipulation d’images et d’objets dans des salles de musée « mises en scène », le franchissement d’intervalles.
Quand on « se présente à la réception » d’El Hotel Eléctrico, on arrive dans une autre dimension spatio-temporelle. À l’instar de l’hôtel, le musée est un lieu où chaque visiteur est un hôte provisoire. La tension entre le public et l’intime, les intérieurs neutres et les objets personnalisés, la veille et le sommeil, le travail et la rêvasserie, génère des paradoxes ludiques dans chaque « chambre » d’El Hotel Eléctrico.
El Hotel Eléctrico offre un cadre alternativement joyeux et macabre, monochrome et chamarré, magique et secret à des œuvres de Robert Breer, David Claerbout, Robert Devriendt, Léon Foucault, Sara van der Heide, Pierre Huyghe, Katrin Kamrau, Julien Maire, Anthony McCall, Lars Morell, Matt Mullican, Philip Newcombe, Honoré d’O, Roman Ondák, Cornelia Parker, Philippe Parreno, Bart Prinsen, The Quay Brothers, Yann Sérandour, Tommy Simoens, Michael Snow, Clare Strand, Javier Téllez, Luc
Dans l’exposition L’Espion Rose, l’artiste Narcisse Tordoir raconte de manière intuitive et associative des histoires à propos de l’homme existentiel dans un monde « déréglé », en confiant le rôle principal à « l’Oriental ».
L’Espion Rose se compose de cinq volets qui fonctionnent en juxtaposition. En premier lieu, il y a les nouvelles œuvres monumentales de Tordoir lui-même. Elles sont inspirées de deux séries de gravures du peintre vénitien de style rococo, Giambattista Tiepolo, qui appartiennent toutes deux à la collection du Rijksmuseum à Amsterdam, et qui sont présentées dans le deuxième volet de l’exposition.
Des œuvres de Guy Mees, Bernd Lohaus et Ann Veronica Janssens, entre autres, constituent le troisième volet pour lequel Narcisse Tordoir a opéré une sélection très personnelle dans la collection du M HKA, avec pour le fil conducteur les facteurs : « êtres humains », « monde » et « langage ».
Dans le quatrième volet, on peut découvrir des toiles de la Barjeel Art Foundation à Sharjah (Émirats Arabes Unis). Avec ce choix, Tordoir met en avant des œuvres qui témoignent d’une aspiration tangible à infléchir les modèles occidentaux en langage visuel authentiquement arabe.
Dans le dernier volet, Tordoir présente des œuvres de jeunes artistes avec lesquels il a travaillé à la Rijksakademie à Amsterdam, une école d’art qui a choisi de se focaliser sur la mise en regard de cultures très diverses.
Dans Narcisse Tordoir – L’Espion Rose, « l’Oriental » fait office de trait d’union: il apparaît dans l’œuvre de Tordoir, incarne la notion d’identité dans l’œuvre de différents jeunes artistes, mais est surtout l’auteur des œuvres de la collection Barjeel. Pour Narcisse Tordoir, ‘l’Oriental’ constitue, sous ses apparences insaisissables, une métaphore de l’artiste, du philosophe, du poète et du scientifique; des figures que le débat politique actuel stigmatise conjointement à l’immigrant.
Les artistes son : Dia Al Azzawi, Saadi Al Kaabi, Issam Al Said, Walid Al Shami, Mounira Al Solh, Ahmed Cherkaoui, Coum Transmissions, Cel Crabeels, Willem de Rooij, Niels Donckers, Hamid El Kanbouhi, Armen Eloyan, Mounir Fatmi, René Heyvaert, Ann Veronica Janssens, Bernd Lohaus, Tala Madani, Aditya Mandayam, Guy Mees, Andrei Monastyrski, Hermann Pitz, Ayman Ramadan, Marwan Rechmaoui, Reindeer Werk, Stéphanie Saadé, Walter Swennen, Giambattista Tiepolo, Narcisse Tordoir, David Tretiakoff, Alan Uglow, Richard Venlet, Didier Vermeiren, Narcisse Tordoir en co-operation avec Carla Arocha, Alioune Bâ & Brehima Koné, James Beckett, Ronald Stoops & Inge Grognard
M HKA Pratique
Leuvenstraat 32
2000 Anvers
T +32 (0)3 260 99 99
E info@muhka.be
HEURES
MAR–MER et VEN–DIM 11h00-18h00
JEU 11h00–21h00
€ 8