In het laatste “Gent Stadsmagazine” konden onze edielen nog eens met goede cijfers uitpakken : bezoekersaantal blijft stijgen in Gent!
Laat ons daar een aantal kanttekeningen bij maken:
Ondanks de fantastische publiciteit in The Guardian (GB), en andere Amerikaanse en internationale media, komt de helft van de bezoekers nog steeds uit Nederland en België.
In de top vijf van de trekpleisters staat geen enkel museum! Gent cultuurstad.
Als vijfde gerangschikt staat de Sint-Pietersabdij met 141.540 bezoekers, dit dankzij een kaskraker als ’60 jaar televisie’ die zorgde voor meer dan 110.000 bezoekers. (Bussen vol kinderen en ouden van dagen).
Na de St-Pietersabdij komt het eerste echte museum: het SMAK met 106.879 bezoekers.
Twee musea staan nooit in deze jaarlijkse lijsten en het is over die musea dat ik het hier zal hebben. R.I.P. heeft plaats in het Caermersklooster, dat (tijdelijk) nog eigendom is van de provincie en Tabula Rasa is te zien in het Dr. Guislainmuseum, en die doen hun werk fantastisch, zonder de bemoeienissen van de stad of de provincie en zij kregen toch ook 70.122 bezoekers vorig jaar !
Sorry voor de organisatoren, maar ik vind het beter een gezamenlijke bespreking te maken voor beiden.
R.I.P. gaat over 200 jaar begrafeniscultuur in Vlaanderen. Memento Mori!
Hoewel ook de hedendaagse begrafeniscultuur wordt getoond (ook joodse en muzelmaanse), is het vooral hoe het vroeger was dat goed in beeld wordt gebracht. Een goed gebrachte tentoonstelling over een toch wel moeilijk onderwerp. Kan interessant zijn voor de jongere generaties om te zien hoe het er vroeger aan toe ging.
Tabula Rasa. Vandaag gebeurt alles veel soberder en zakelijker; vroeger met meer mogelijkheden voor een zeker decorum.
Bij de tentoonstelling in Dr. Guislain, ben ik een beetje op mijn honger gebleven. De dialoog met de tentoonstelling “Donkere Kamers” leek mij meer een monoloog. Ik zit terug met de vraag waar de hedendaagse kunststromingen gaan uitmonden. Ik heb echt de indruk dat ze wel beweren hedendaags te zijn, maar ik zie vooral werken die evengoed twintig, dertig jaar terug konden gemaakt zijn. Zitten de kunst, en/of de kunstscholen, op een dood spoor? Klassiek schilderen of tekenen zijn “zo passé”; of zoals Philippe Van Cauteren het in een interview zegt:” Kijk als je hierin bladert, zie je vooral esthetiek. Voor de doorsnee Iraakse kunstenaar moet kunst mooi zijn. Maar dat interesseert me niet” en verder: “Trappen we ook niet in de val van het esthetisme? Waarom denk je dat de expo van Michaël Borremans in Bozar zo’n succes was? Omdat zijn schilderijen zo mooi zijn”.
Tabula Rasa: een nieuwe lei ? Weinig van gezien. Schilderen, esthetiek of mooi, zijn voor hedendaagse kunstkenners bijna schandwoorden. Men kan beter wat aanmodderen en vooral esoterisch zijn.
De mededelingen van de musea:
Tabula Rasa
De tentoonstelling Tabula Rasa gaat in dialoog met de tentoonstelling Donkere kamers en is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen het Museum Dr. Guislain en LUCA School of Arts.
Letterlijk betekent ‘tabula rasa’ de lei die geraseerd wordt, en dus opnieuw zijn zwarte oppervlak verkrijgt. Tegelijk is er de associatie van het begrip tabula rasa met het lege, witte blad, het punt waarop alles opnieuw kan beginnen. De hedendaagse kunstwerken in de tentoonstelling verbinden de melancholie met het vergankelijke, het geheugen en de dynamiek tussen oud en nieuw. De witte kamers van Tabula Rasa sluiten aan bij, contrasteren met en werpen een nieuw licht op Donkere kamers (en omgekeerd).
Deelnemende kunstenaars: Marc De Blieck, Ronny Delrue, Lucas Devriendt, Tom Hallet, David Huycke, Margarita Maximova, Ellen Schroven, Irja Syvertsen, Ad van Campenhout, Hannelore Van Dijck, Philip Van Isacker en Nel Verbeke.
Curator: Wim Lambrecht
Van 23 april tot en met 14 juni 2015 loopt in het Provinciaal Cultuurcentrum Caermersklooster in Gent de tentoonstelling ‘R.I.P. 200 jaar begrafeniscultuur in Vlaanderen’. De tentoonstelling en het bijbehorende boek zijn de resultaten van een onderzoeksproject van het Liberaal Archief in het kader van het Museum van de Vlaamse Sociale Strijd van het provinciebestuur. Vrijwilligers van Familiekunde Vlaanderen Regio Gent leverden ook documenten aan voor deze tentoonstelling.
De tentoonstelling ‘R.I.P. 200 jaar begrafeniscultuur in Vlaanderen’ voert de bezoeker mee terug in de tijd naar de traditionele gebruiken in de omgang met de dood, en toont hoe die tradities in de loop van de 19de en 20ste eeuw ter discussie werden gesteld en doorbroken. De bezoeker krijgt ook een beeld van nieuwe vormen van herinneren en afscheid nemen en van de dood als inspiratiebron voor hedendaagse kunstenaars.
Practisch
Jozef Guislainstraat 43 9000 Gent, België
t +32 (0)9 216 35 95
info@museumdrguislain.be
di – vrij: 9 – 17 u
za – zo: 13 – 17 u8€
RIP : 200 jaar begrafeniscultuur in Vlaanderen
De toediening van de laatste sacramenten, thuis sterven en er opgebaard worden in een rouwkapel, de dodenwake, het kisten door de dorpstimmerman, het perspectief van hemel, hel of vagevuur, … het lijkt wel alsof de Vlaamse traditionele begrafeniscultuur in de loop van de 20ste eeuw zelf een stille dood is gestorven. Wie kent nog de strijdpunten uit het verleden, zoals de hetze om de begraafplaatsen en de afwijzing van crematie? In de confrontatie tussen ‘paapsen’ en ‘geuzen en ketters’ kreeg de dood zelfs een strijdlustig karakter.
Naar aanleiding van de tentoonstelling verschijnt bij Academia Press het boek ‘R.I.P. Aspecten van 200 jaar begrafeniscultuur in Vlaanderen’ onder redactie van Tamara Ingels, met bijdragen van Kris Coenegrachts, Christoph De Spiegeleer, Tamara Ingels, Marc Jacobs, Sharon Schepens, Jeffrey Tyssens en Patrick Van den Nieuwenhof. Het boek is het 29ste deel in de reeks ‘Bijdragen van het Museum van de Vlaamse Sociale Strijd’.
Museum van de Vlaamse Sociale Strijd
Het Museum van de Vlaamse Sociale Strijd werd in 1980 opgericht als de belangrijkste bijdrage van het provinciebestuur aan de viering van 150 jaar België. Het moest een beeld geven van de geschiedenis van de sociale ontvoogdingsstrijd in Vlaanderen, met name in de 19de en 20ste eeuw. Het is uiteindelijk geen klassiek, maar een virtueel museum geworden. Het bestaat namelijk uit een steeds groeiende reeks onderzoeksprojecten van vier grote archief- en documentatiecentra, waar het provinciebestuur mee samenwerkt: het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN), het Archief en Museum van de Socialistische Arbeidersbeweging – Instituut voor Sociale Geschiedenis (AMSAB – ISG), het Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving van de KU Leuven (KADOC-KU Leuven) en het Liberaal Archief.
Praktisch
Wanneer: 23 april -14 juni 2015
Plaats en info: Provinciaal Cultuurcentrum Caermersklooster, Vrouwebroersstraat 6, 9000 Gent, tel. +32 9 269 29 10, www.caermersklooster.be, caermersklooster@oost-vlaanderen.be
open van 10 tot 17 uur – deuren open tot 16.30 uur
gratis toegang – gesloten op maandag