Voor de liefhebbers van conceptuele kunst: er zijn twee uitstekende tentoonstellingen in het Cultureel Centrum van Strombeek; Jacqueline Mesmaeker moet de decaan van de conceptuele kunst in België zijn en haar werk is de laatste tijd overal aanwezig. De ‘pièce de résistance’ is hier een remake van een adembenemende installatie uit de jaren zeventig ‘les oiseaux’. In Zeebrugge gefilmde zeemeeuwen worden op een hele reeks schermen geprojecteerd. Verbluffend!
Avis aux amateurs d’art conceptuel : Deux belles expositions au Centre Culturel de Strombeek ; Jacqueline Mesmaeker doit être la doyenne des conceptuels en Belgique et son œuvre est présente un peu partout ces derniers temps. La pièce de résistance ici est un remake d’une installation époustouflante des années septante ‘les oiseaux’. Des nuées de mouettes filmées à Zeebrugge projetées sur une kyrielle d’écrans. À (re-)découvrir ! dans le sous-sol il y a également un remake d’une expo de 1973 au palais des Beaux-Arts avec des œuvres de M. Broodthaers, B. Lohaus, Panamarenko,J. Charlier, J. Geys, G. Mees er M. Roquet (une belle découverte !).Comme toujours au centre culturel de Strombeek l’accrochage et soigné et le tout jouit d’une documentation bien élaborée ( en néerlandais). Si l’art conceptuel vous donne des boutons, n’y allez pas ! sinon je vous recommande chaudement ces deux expos.
lu > sa: 10h > 22h
di: 10h > 18h
Voor de liefhebbers van conceptuele kunst: er zijn twee uitstekende tentoonstellingen in het Cultureel Centrum van Strombeek; Jacqueline Mesmaeker moet de decaan van de conceptuele kunst in België zijn en haar werk is de laatste tijd overal aanwezig. De ‘pièce de résistance’ is hier een remake van een adembenemende installatie uit de jaren zeventig ‘les oiseaux’. In Zeebrugge gefilmde zeemeeuwen worden op een hele reeks schermen geprojecteerd. Verbluffend!
Een tweede tentoonstelling in de kelder is eveneens een remake van een tentoonstelling in 1973 in het Paleis voor Schone Kunsten met werken van M. Broodthaers, B. Lohaus, Panamarenko,J.
Charlier, J. Geys, G. Mees en M. Roquet ( by the way een mooie ontdekking). Zoals altijd in het cultureel centrum van Strombeek is de accrochage perfect en zijn de werken goed gedocumenteerd. Als de conceptuele kunst je de muren doet oplopen, ga er dan niet naartoe! Voor alle anderen is het een warme aanbeveling
Wat zegt het CC?
De ontsluiting van dit oeuvre en de reconstructie van dit vroege, baanbrekende videowerk vormt een belangrijk startpunt voor het nieuwe werkjaar van Museumcultuur Strombeek/Gent dat in 2020 vrouwelijke kunstenaars centraal stelt.
Jacqueline Mesmaeker werd geboren in 1929 in Ukkel. Ze woont en werkt in Brussel. Na experimenten in de mode, design en architectuur geeft ze vanaf het midden van de jaren ’70 haar poëtische visie conceptueel gestalte in installaties, tekeningen, films, sculpturen, fotografie, enz. Haar werk is ongrijpbaar, zoals zand dat tussen de vingers glijdt. Het nestelt zich in onze geest en laat ons niet los. Nochtans bleef zij het grootste deel van haar carrière werken in de schaduw (vooral van mannelijke collega-kunstenaars).
Op 25 mei 1973 opende in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten een tentoonstelling die de artistieke tendensen binnen de Belgische avant-garde aan de orde stelde. Met “M. Broodthaers, J. Charlier, J. Geys, B. Lohaus, G. Mees, Panamarenko, M. Roquet” organiseerde de Vereniging voor Tentoonstellingen onder de gedeelde coördinatie van Yves Gevaert, adjunct-directeur van het Paleis, en Michel Baudson, secretaris-generaal van Jeunesse et Arts Plastiques, een presentatie die scherp stelde op “de huidige toestand van de evolutie waardoor de kunst sinds één eeuw wordt gekenmerkt”. Tussen 30 juni en 4 augustus 1974 wordt de tentoonstelling een tweede keer opgevoerd. In samenwerking met Nick Serota richt Gevaert in het Museum of Modern Art in Oxford een presentatie in met werken van Charlier, Lohaus, Mees, Panamarenko, Roquet en Van Snick.
Deze documentaire tentoonstelling, ingericht met documenten uit het archief van Bozar, de persoonlijke collectie van Yves Gevaert, en de archieven van de Brugse Musea, herinneren aan de voorbereidingen en het verloop van de tentoonstellingen in het Paleis en Oxford.