C’est une exposition formidable avec un discrètement un message politique au moment de la première expo au Kanal orchestrée par Paris :
Wiels connait son sujet, il y a une spécificité belge, il y a des collectionneurs avertis …faut il vraiment chercher ailleurs ?
Je recommande cette expo bien-sûr aux connaisseurs, mais surtout à ceux qui

 

J’ai depuis des années la même discussion avec mon ami John Liem, co-chroniqueur dans Quovadisart. Le débat se porte sur la question si une œuvre d’art a besoin d’un A4 d’explications pour être d’abord comprise et puis appréciée. Ceux qui lisent ses compte- rendus connaissent sa réponse : non, on doit pouvoir apprécier une œuvre sans devoir lire des biographies, le parcours de l’artiste, son manifeste etc… Personnellement je me prête plus volontiers à l’exercice de lire les explications sur une œuvre pour la comprendre et puis en jouir pleinement. Que l’on le veuille ou pas, l’art moderne et contemporain ne traitent plus du beau, ni de la reproduction parfaite, ni du savoir-faire, mais de l’idée et l’œuvre peut se réduire à quelques pierres ou morceaux de bois déposé à même le sol, ou même rien qu’un souffle. Parfois rien que la poésie du geste vous touche directement, mais plus souvent il faut Faire le pas vers la compréhension de ce que l’artiste veut exprimer. C’est fastidieux mais la récompense est fabuleuse et plus on s’approprie les codes, plus facile devient la lecture de nouvelles œuvres. Il faut également ajouter que toutes les œuvres de l’histoire de l’art nécessitent des clés pour les déchiffrer ( je viens de lire 200 pages sur la chute des Angesde Breughel). Il est vrai qu’on peut également jouir de l’œuvre au premier degré, ce qui n’est pas le cas pour beaucoup d’œuvres contemporaines

Ceci nous mène à l’excellent expo au Wiels avec une notion supplémentaire : celui des collections ou des musées d’Art Contemporain ou ce côtoie une multitude d’artistes de tous les coins de la planète avec chacun de leurs codes personnels et culturels. Personnellement je préfère les expositions limitées à un artiste ou à un groupe homogène ou une école. On se documente sur les clés des œuvres et tout devient clair. En revanche quand on a une centaine de ‘pierres de Rosette’ à déchiffrer, cela peut provoquer une surchauffe des méninges. Même si les œuvres au Wiels ne recouvrent qu’une période et possèdent une certaine homogénéité (des collectionneurs belges), que les artistes sont des artistes connus (Basquiat, Byl, Jeff Wall, Cindy Sherman…), j’ai passé beaucoup de temps dans la lecture de (l’excellent) guide mis à la disposition à la réception. Mais après … quel délice ! Quel feu d’artifice !

C’est une exposition formidable avec un discrètement un message politique au moment de la première expo au Kanal orchestrée par Paris :

Wiels connait son sujet, il y a une spécificité belge, il y a des collectionneurs avertis …faut il vraiment chercher ailleurs ?

Je recommande cette expo bien-sûr aux connaisseurs, mais surtout à ceux qui se sentent intrigués par l’Art Contemporain et prêts à investir du temps pour un trip plein de fabuleuses découvertes.

À propos de cette exposition

On affirme souvent que l’on ne trouve nulle part ailleurs qu’en Belgique une proportion aussi significative de collectionneurs d’art. Il est cependant frappant qu’avec un tel potentiel, si peu de partenariats se nouent entre musées publics et collections privées. De même que WIELS a abordé par le passé sans prejudge d’autres sujets sociétaux, le centre d’art, fidèle à sa réputation, prend cette question comme sujet et matériau d’une exposition de groupe ayant pour titre Unexchangeable [Inéchangeable].

L’exposition se focalise, par le biais d’une sélection d’oeuvres historiques et de qualité muséale des années 80 et 90 provenant de collections privées belges, sur la valeur d’une oeuvre d’art. En préambule du revirement mondial de 1989, des artistes ont travaillé, aux États-Unis et en Europe, à la séparation et à la distinction de différentes formes et interprétations de la valeur, là où la logique de production et de consommation affirmait qu’une oeuvre pouvait être réduite à sa valeur marchande. En ces années de simulations virtuelles naissantes, un attrait exceptionnel se développe pour le caractère unique et paradoxal d’un objet d’art. Pour des amateurs et des collectionneurs, des valeurs comme le plaisir visuel, la stimulation intellectuelle, l’appréciation sensorielle et la distinction sociale sont prioritaires. À la faveur d’oeuvres de collections privées, cette exposition raconte un moment charnière de l’histoire de l’art au cours duquel des artistes ont modifié le paradigme de l’unicité de l’oeuvre à travers des concepts comme le simulacre, la simulation et la valeur.

Avec :  

Katharina Fritsch, Louise Lawler, Cindy Sherman, Sherrie Levine, Cady Noland, Richard Prince, Robert Gober, Haim Steinbach, Jack Goldstein, Guillaume Bijl, Wim Delvoye, Alexander Kosolapov, Bernard Bazile, Bazile Bustamante, François Curlet, Philippe Parreno, John Knight, Félix González-Torres, Matt Mullican, Jim Shaw, David Hammons, Jimmie Durham, Jean-Michel Basquiat, Paul Thek, Timur Novikov, Philippe Thomas, Jef Geys, Jan Vercruysse, Lili Dujourie, Thierry De Cordier, Patrick van Caeckenbergh, Ann Veronica Janssens, Angel Vergara Santiago, Francis Alÿs, Gabriel Orozco, Miroslaw Balka, Franz West, Julião Sarmento, Yan Pei-Ming, Bodys Isek Kingelez, Chéri Samba.

WIELS, Centre d’Art Contemporain

Avenue Van Volxem 354. 1190 Bruxelles

mardi au dimanche : 11:00 – 18:00

Nocturnes: chaque 1er et 3ème mercredi du mois jusqu’à 21:00

Fermé: lundi

10 € Visiteur individuel

Sinds jaren voer ik dezelfde discussie met mijn vriend John Liem, co-chroniqueur in Quovadisart. Het debat gaat over de vraag of een kunstwerk een A4 aan uitleg nodig heeft om eerst begrepen en vervolgens gewaardeerd te worden. Degenen die zijn papers hebben gelezen, kennen zijn antwoord: nee! Een goed werk spreekt je aan zonder biografiën, levensbeschouwingen , politieke achtergrond en dergelijke. Persoonlijk ben ik meer bereidwillig om uitleg over een werk te lezen om het te begrijpen en er daarna ten volle van te genieten. Of we het nu leuk vinden of niet, moderne en hedendaagse kunst hebben niet langer te maken met schoonheid, perfecte nabootsing van de natuur of technische vaardigheid, maar bijna uitsluitend met het idee achter het werk. Het kan dus ook kunst zijn onder de vorm van een paar stenen of stukken hout afgezet op de grond, of zelfs niets meer dan het geluid van wind. Soms is alleen de poëzie van het gebaar voldoende om je te raken, maar vaker moet je de stap zetten om te begrijpen wat de kunstenaar wil uitdrukken. Het is omslachtig, maar de beloning is fantastisch en hoe meer je je de codes van de hedendaagse kunst eigen maakt, hoe makkelijker het wordt om nieuwe werken te ‘lezen’. Eigenlijk geldt dit voor alle kunst: ik las onlangs een boek volledig gewijd aan de val van de opstandige engelenvan Breughel.

 

Dit leidt ons naar de uitstekende tentoonstelling in het Wiels. Er is een bijkomende vraagstelling: die van collecties of musea van Hedendaagse Kunst met een veelheid van kunstenaars uit alle hoeken van de planeet met elk hun persoonlijke en culturele codes. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan tentoonstellingen die zich beperken tot één kunstenaar of een homogene groep of school. De sleutels tot de werken zijn snel eigen gemaakt en alles wordt duidelijk en leesbaar. Anderzijds, als je honderd ‘Rosette stenen’ moet ontcijferen, kan de ‘bovenkamer’ snel oververhit geraken.

Hoewel de werken bij Wiels slechts één periode beslaan en een zekere homogeniteit vertonen (Belgische verzamelaars), dat de kunstenaars bekende kunstenaars zijn (Basquiat, Byl, Jeff Wall, Cindy Sherman…), heb ik veel tijd besteed aan het lezen van de (uitstekende) gids die bij de receptie verkrijgbaar is. Maar dan… wat een vreugde! Wat een vuurwerk!

Het is een prachtige tentoonstelling met een discrete politieke boodschap op het ogenblik d van de eerste tentoonstelling bij Kanal: Wiels kent zijn onderwerp, er is een Belgische specificiteit, er zijn gerenommeerde Belgische verzamelaars… hebben we dan Parijzenaren nodig om een museum uit de grond te stampen?

Ik beveel deze tentoonstelling natuurlijk aan voor kenners, maar ook en vooral voor diegenen die zich geïntrigeerd voelen door de Hedendaagse Kunst en bereid zijn wat tijd te investeren in een reis vol fabelachtige ontdekkingen.

Over deze tentoonstelling

Men beweert dat je nergens verhoudingsgewijs zoveel kunstverzamelaars vindt als in België. Daarom is het opmerkelijk dat uit dit potentieel nauwelijks samenwerkingen tussen openbare musea en de vele privéverzamelingen ontstaan. Zoals het voorheen andere maatschappelijke discussiepunten onbevooroordeeld behandelde, gaat WIELS – zijn reputatie getrouw – dit tegelijk tot onderwerp en materiaal maken van een groepstentoonstelling, met als titel Unexchangeable [Niet inruilbaar].

In deze tentoonstelling wordt aan de hand van een selectie kunsthistorische, museale werken van de jaren 80 en 90 uit Belgische privéverzamelingen, gefocust op de waarde van een kunstwerk. In de aanloop naar de globale omwentelingen rond 1989 werkten kunstenaars uit de VS en Europa aan het loskoppelen en onderscheiden van verschillende vormen en interpretaties van waarde, daar waar de producten consumptielogica stelde dat een kunstwerk gereduceerd kan worden tot zijn marktprijs. Deze uitzonderlijke aantrekkingskracht stond in die jaren van ontluikende virtuele simulaties centraal in het denken over een unieke en paradoxale eigenheid van een kunstobject. Bij kunstverzamelaars en kunstliefhebbers staan de dimensies van waarde zoals visuele smaak, de intellectuele prikkel, de zinnelijke appreciatie en de sociale distinctie voorop. Deze tentoonstelling vertelt aan de hand van werken uit privécollecties dit scharniermoment in de kunstgeschiedenis, waarin kunstenaars onder begrippen als simulacrum, simulatie en waarde, sleutelden aan het paradigma van het unieke karakter van het kunstwerk.

Met: 

Katharina Fritsch, Louise Lawler, Cindy Sherman, Sherrie Levine, Cady Noland, Richard Prince, Robert Gober, Haim Steinbach, Jack Goldstein, Guillaume Bijl, Wim Delvoye, Alexander Kosolapov, Bernard Bazile, Bazile Bustamante, François Curlet, Philippe Parreno, John Knight, Félix González-Torres, Matt Mullican, Jim Shaw, David Hammons, Jimmie Durham, Jean-Michel Basquiat, Paul Thek, Timur Novikov, Philippe Thomas, Jef Geys, Jan Vercruysse, Lili Dujourie, Thierry De Cordier, Patrick van Caeckenbergh, Ann Veronica Janssens, Angel Vergara Santiago, Francis Alÿs, Gabriel Orozco, Miroslaw Balka, Franz West, Julião Sarmento, Yan Pei-Ming, Bodys Isek Kingelez, Chéri Samba.

WIELS, Centrum voor Hedendaagse Kunst

Van Volxemlaan 354 1190 Brussel

Dinsdag t.e.m. zondag, 11:00 – 18:00

Nocturnes: elke 1ste en 3de woensdag van de maand t.e.m. 21:00

Gesloten: maandag

10 € Individuele bezoeker